stroomlijn
- Geluid: stroomlijn (hulp, bestand)
- stroom·lijn
- samenstelling van stroom en lijn
vervoeging van |
---|
stroomlijnen |
stroomlijn
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen
- Ik stroomlijn.
- gebiedende wijs van stroomlijnen
- Stroomlijn!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen
- Stroomlijn je?
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroomlijn | stroomlijnen |
verkleinwoord | stroomlijntje | stroomlijntjes |
- denkbeeldige kromme lijn die de richting van de stroming in een vloeistof of gas aangeeft
- vorm van een auto, vliegtuig e.d. die een zo gering mogelijke luchtweerstand waarborgt.
1. denkbeeldige kromme lijn ...
- Het woord stroomlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stroomlijn" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be