stroboscopisch
- stro·bo·sco·pisch
- van Frans stroboscopique, op te vatten als afgeleid van stroboscoop met het achtervoegsel -isch [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stroboscopisch | stroboscopischer | |
verbogen | stroboscopische | stroboscopischere | |
partitief | stroboscopisch | stroboscopischers | - |
- (van licht) flitsend met een hoge frequentie
- En zo zit de productie vol verwijzingen: beschermengelen, doodsfaunen, veren als zinnelijkheidssymbolen, gifbekers die, stroboscopisch oplichtend, aan de dood herinneren. [2]
- In die twintig jaar zagen we de voetbalwereld veranderen. Natuurlijk, er kwam wifi in het stadion en overal zie je negentig minuten lang schermpjes oplichten. (…) Er kwam een stroboscopische lichtshow voor de wedstrijd, en dit seizoen ook na ieder doelpunt. [3]
- partitief van de stellende trap van stroboscopisch
- Het licht dat door de bomen scheen, kreeg iets stroboscopisch door de snelheid van de trein.
- Het woord stroboscopisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stroboscopisch" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Spel, M.Grandioze uitvoering opera ‘Pique Dame’ (10 juni 2016) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-04-11
- ↑ Steenbergen, E. vanSamen hopen op nog één magisch duel, tegen Ajax (13 april 2018) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-04-11
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be