Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stress·syn·droom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stresssyndroom stresssyndromen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het stresssyndroomo

  1. (psychologie) stoornis als gevolg van heftige of langdurige geestelijke belasting
    • Iemand die wordt opgehangen, zal waarschijnlijk heel veel stress hebben. Maar er zal toch niemand op het idee komen dat iemand die wordt opgehangen, overlijdt aan een stresssyndroom. [1]
  2. (medisch) ziektebeeld door voortdurende, te grote belasting van een bepaald lichaamsdeel
    • Shin splints ofwel het mediaal tibiaal stresssyndroom (MTSS) is een hardnekkige aandoening die vaak wordt gezien bij sporters die veel hardlopen. [2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen