Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • streks
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen streks strekser strekst
verbogen strekse streksere strekste
partitief streks streksers -

Bijvoeglijk naamwoord

streks

  1. in een vlakke lengterichting
    • In het midden van de topgevel vormen 2 × 3 boven elkaar uitgespaarde openingen van 1 baksteen streks breed en 3 bakstenen kops hoog de vlieggaten. [3]

Bijwoord

streks

  1. (spreektaal) variant van straks

Gangbaarheid

5 % van de Nederlanders;
8 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen