Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • streek·krant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord streekkrant streekkranten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de streekkrantv / m

  1. krant met vooral lokaal nieuws en lokale abonnees; regionaal dagblad; gewestelijk dagblad
     Jansson had de streekkrant gepakt waar Lisa Modin voor schreef en begon te lezen.[1]
     Eind vorige maand publiceerde de Streekkrant de stemverhouding over de voordracht van de nieuwe burgemeester. Een of meerdere raadsleden hadden dat een journalist van de plaatselijke krant verteld, terwijl het onder hun geheimhoudingsplicht viel.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  2.   Weblink bron
    ROBERT OPHORST
    “Minder borrels voor raadsleden” (20 dec. 2012), De Telegraaf