stortebed
- stor·te·bed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stortebed | stortebedden |
verkleinwoord | stortebedje | stortebedjes |
het stortebed o
- (waterbeheer) bodembescherming aan de uitstroomzijde van een gemaal of andere installatie waar water uit komt, om verdieping of ontgronding door dit uitstromend water te voorkomen
- ▸ Pal voor de kokers wordt een stortebed aagebracht om van (eerst) beton en stenen om de bodem tegen uitspoelen te beschermen.[2]
- Het woord 'stortebed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marcel ModdeSpuisluis in dam wordt gerenoveerd (23 juli 2016) in: Provinciale Zeeuwse Courant , blz. 76 kol. 3