stormvloed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stormvloed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- storm·vloed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van storm en vloed [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stormvloed | stormvloeden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de stormvloed m
- combinatie van tegelijkertijd storm en vloed, het zeewater komt dan extra hoog
- Tijdens de stormvloed van 1953 zijn grote delen van Zeeland en Zuid-Holland overstroomd.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord stormvloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stormvloed" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be