stoppenkast

Nederlands

stoppenkast met ouderwetse porceleinen stoppen

Uitspraak

• Geluid:  stoppenkast    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• stop·pen·kast

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  stop zn  en  kast zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stoppenkast	stoppenkasten
verkleinwoord	stoppenkastje	stoppenkastjes

Zelfstandig naamwoord

de stoppenkast v / m

1. de meterkast waarin ook de stoppen zitten voor de elektriciteit

   • Vrijdagmiddag zei mijn kookplaat opeens 'foefff'met een felle vonk onder de bovenste knop. De schakelaar in de stoppenkast liet zo'n zelfde vonk zien, dus belde ik de elektricien. 
   • Gisteren zocht ik dus met weinig hoop in de stoppenkast (want daar wonen in ieder normaal huishouden de peertjes) naar een vervanger voor de doorgebrande lamp op de schoorsteenmantel. Er lág zowaar een doosje. '320 lumen'stond er op. 'Wat(t)?', dacht ik. Wat zijn lumen? Of zijn het lumens? Is het een luum, twee lumen? En waarom? Waar is mijn watt gebleven? 

Gangbaarheid

• Het woord 'stoppenkast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoppenkast" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
72 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.