stootvlak
- stoot·vlak
- samenstelling van stoot ww en vlak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stootvlak | stootvlakken |
verkleinwoord | stootvlakje | stootvlakjes |
stootvlak [1]
- vlak waartegen gestoten wordt en moet kunnen worden o.a.:
- (bouwkunde) de opstaande vlakken in een trap
- Het woord 'stootvlak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.