Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stolp·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen stolpvormig stolpvormiger stolpvormigst
verbogen stolpvormige stolpvormigere stolpvormigste
partitief stolpvormigs stolpvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

stolpvormig

  1. vorm van een stolp hebbend
    • In Noord-Hollands staan veel stolpvormig boerderijen (vierkante vorm met een piramidevormig dak). 

Gangbaarheid