Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stof·fe·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van stof met het achtervoegsel -erig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen stofferig stofferiger stofferigst
verbogen stofferige stofferigere stofferigste
partitief stofferigs stofferigers -

Bijvoeglijk naamwoord

stofferig [1]

  1. van een plaats dat deze niet is schoongemaakt zodat er veel stof en vuil ligt
  2. ouderwets en saai
Synoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen