stoemp
  • stoemp
enkelvoud meervoud
naamwoord stoemp
verkleinwoord

stoemp

  1. traditioneel gerecht dat wordt bereid uit diverse onderdelen, meestal uit aardappelen en groenten die door elkaar gestampt worden met een stamper
    • Vervolgens werd om de tien minuten een nieuwe gast toegelaten. Het menu bestaat uit drie gangen. Als voorafje krijgt de gast een aardappelsalade met wilde kruiden en mierik, gevolgd door een stoemp van gepofte aardappel en zilte groenten met ragu van krab en XO en ten slotte een hartig dessert, aardappelchips met hangop, ingelegde pruim en zoute karamel. [1] 
vervoeging van
stoempen

stoemp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stoempen
    • Ik stoemp. 
  2. gebiedende wijs van stoempen
    • Stoemp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stoempen
    • Stoemp je? 
33 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]