• stief·pa·pa
enkelvoud meervoud
naamwoord stiefpapa stiefpapa's
verkleinwoord - -

de stiefpapam

  1. (familie) (informeel) man van je moeder nadat de relatie met je vader is geëindigd
     Zijn protagoniste is opportunistisch, gewetenloos, haar moeder harteloos en egoïstisch, stiefpapa zo’n labbekakkerige kerel die kijkt alsof zijn leven voor hem door anderen geleefd wordt, (…)[1]
  1. Dana Linssen
    “Meisje zonder moraal” (10 februari 2007) op nrc.nl