Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stich·tings·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stichtingskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stichtingskostenmv

  1. al het geld dat nodig is voor de bouw van een bouwproject
     De kosten voor een nieuwbouwhuurwoning gingen vorig jaar omhoog. De gemiddelde stichtingskosten (grond, bouw en overige kosten) per vierkante meter namen toe met 13 procent ten opzichte van 2019. Die toename komt vooral door hogere bouwkosten, die met 18 procent gestegen zijn.[2]
     Een gevolg van stijgende bouwkosten is steeds vaker dat projecten financieel niet rond komen, meldt 29 procent van de woningbouwcorporaties. De stichtingskosten van een woning (wat kost het om een sociale huurwoning te bouwen?) zijn niet meer te vertalen in een aanvaardbare maandhuur waarmee de exploitatie gedekt kan worden.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Aantal gebouwde huizen door woningbouwcorporaties gestegen” (Maandag 29 november 2021, 09:50), NOS
  3.   Weblink bron “Steeds meer sociale nieuwbouwprojecten financieel onhaalbaar” (Donderdag 14 februari 2019, 04:11), NOS