stervensbegeleiding

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ster·vens·be·ge·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stervensbegeleiding stervensbegeleidingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stervensbegeleidingv

  1. hulp die gegeven wordt rond het sterven van iemand
    • ‘Ik merkte al snel dat mijn medisch-technische kennis te beperkt was. In mijn opleiding had ik hooguit een half A4’tje meegekregen over palliatieve zorg en pijnbestrijding. Dat een stervende patiënt ook een delirium kon krijgen, had niemand me verteld. Gelukkig werkte ik samen met een ervaren thuisverpleegkundige. Of ik al aan Haldol had gedacht, vroeg ze me. Ik kende dat geneesmiddel, maar wist niet dat het ook bij stervensbegeleiding nuttig kon zijn.’[1] 
    • Marinus van den Berg, verpleeghuispastor en publicist op het gebied van rouwen en verliesverwerking en zelf werkzaam in een hospice in Rotterdam, geldt landelijk als een autoriteit op het terrein van stervensbegeleiding en rouwverwerking.[2] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 7 OKTOBER 2017
  2. Tubantia 20-MAART-2010