• stem·ver·hou·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord stemverhouding stemverhoudingen
verkleinwoord

de stemverhoudingv

  1. (politiek) verdeling van de stemmen tussen de verschillende partijen bij een stemming of verkiezing
     Griffier Karin Zomer zegt dat de keuze van de zeventien raadsleden een afspiegeling vormt van de bestaande stemverhouding in de raad. In de Hellendoornzaal is ruimte voor negen raadsleden van de vier coalitiepartijen en acht leden van de oppositie. De resterende acht raadsleden kunnen de vergadering volgen vanuit de nabijgelegen foyer of raadszaal, zodat ze eventueel nog hoofdelijk kunnen meestemmen over bepaalde voorstellen.[1]
     In een reactie op het bericht heeft een zekere Michel Wijnands zich gemeld. ‘Ik heb dat doek eraf getrokken en in de bak geflikkerd!! alleen al hierom!!!’, schrijft hij. Wijnands toont daarbij de stemverhouding van de Tweede Kamer over de motie Jetten, die pleit voor een zo snel mogelijke invoering van het coronapaspoort. Het CDA heeft, met een meerderheid van de Kamer, voor de motie gestemd.[2]
  1.   Weblink bron
    Han Haveman
    “Raad Hellendoorn ‘verhuist’ tijdelijk door corona” (06-05-2020), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Henk Bouwhuis
    “Drie CDA-spandoeken in Almelo weg; dader niet eens met coronabeleid, dumpt doek in afvalbak” (11-03-2021), Tubantia