stemgember
- Geluid: stemgember (hulp, bestand)
- stem·gem·ber
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘de fijnste soort van gember’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1934 [1]
- samenstelling van stem "Engels: stam" en gember zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stemgember | stemgembers |
verkleinwoord | - | - |
- de fijnste soort van gember
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord stemgember staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "stemgember" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stemgember op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).