Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • steen·mas·sa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steenmassa steenmassa's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de steenmassav / m [1]

  1. (geologie) grote hoeveelheid rots of steen
     Het Zwitserse dorp dat vorige maand werd ontruimd wegens instortingsgevaar van een bergwand, is vannacht ontsnapt aan een rotslawine. Een enorme steenmassa kwam vlak voor de eerste gebouwen van Brienz tot stilstand.[2]
     Een 22-jarige vrouw uit Nederland is gewond geraakt door de steenmassa, meldt de politie van het Zwitserse kanton Wallis dinsdag. De alpinisten waren bezig met een beklimming van de Aiguille du Tour, een berg ten noordoosten van de Mont Blanc.[3]


Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Rotslawine mist geëvacueerd Zwitsers dorp nipt: 'Veel geluk gehad'” (Vrijdag 16 juni 2023, 08:55), NOS
  3.   Weblink bron “Nederlandse klimmer dodelijk geraakt door vallende rotsen op Zwitserse Alp, vrouw gewond” (01-08-2023), Tubantia