steekpenning
- steek·pen·ning
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘smeergeld’ voor het eerst aangetroffen in 1437 [1]
- samenstelling van steek ww en penning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steekpenning | steekpenningen |
verkleinwoord |
de steekpenning m
- geld betaald om een bevoorrechte behandeling te verkrijgen
- Het bedrijf wist met steekpenningen bouwopdrachten binnen te halen.
- De ambtenaar wordt verdacht van het aannemen van steekpenningen.
1. zie: smeergeld
- Het woord steekpenning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steekpenning" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "steekpenning" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be