statieus
- sta·ti·eus
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | statieus | statieuzer | statieust |
verbogen | statieuze | statieuzere | statieuste |
partitief | statieus | statieuzers | - |
statieus [2]
- met pracht en praal;met uiterlijk vertoon
- Het woord 'statieus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "statieus" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ statieus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be