• start·no·ta
enkelvoud meervoud
naamwoord startnota startnota's
verkleinwoord

de startnotav / m

  1. een geschreven voorbereidende tekst over een voorgenomen bedrijfsactiviteit, beleidsvoornemen of beleidswijziging
    • De nieuwe regeringsploeg zet de sluizen open. Tot en met 2021 gaan de uitgaven met 14,5 miljard euro netto omhoog. ,,Het is een weloverwogen beslissing van het kabinet om na de voorbije zuinige jaren te investeren", schreef CDA-minister van Financiën Wopke Hoekstra kort na zijn aantreden in zijn startnota. [1] 
    • Deze ambitie is afkomstig uit de Startnota Luchtruimvisie van de ministeries van Defensie en Infrastructuur en Milieu. Volgens Den Haag heeft dit plan geen directe gevolgen voor de exploitatie van de Luchthaven Twente. [2] 
    • In de startnota van oktober vorig jaar, die deze akkoorden begeleidde, ging het kabinet nog uit van een tekort van 2,7 procent over 2012. Afgesproken werd dat wanneer het begrotingstekort daar meer dan 1 procent van zou afwijken, er nieuwe afspraken gemaakt moesten worden. Volgens de nieuwste ramingen wijkt het begrotingstekort van 2012 daar dus 1,4 procent vanaf. [3] 
92 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Tubantia Laurens Kok 18-09-18 Plots zet Rutte de geldkraan voor ons open
  2. Tubantia Roel Lutkenhaus 13-04-11 Militair oefengebied in Twents luchtruim
  3. Tubantia Michiel van der Geest 13-12-11 CPB: Begrotingstekort 2012 schiet naar 4,1 procent
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be