Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·hoog·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stahoogte stahoogten
stahoogtes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stahoogte v [1]

  1. zo hoog dat men er kan staan of staande zijn werk kan doen
    • Voor de 'lange' Nederlandse passagiers werden de wagons verhoogd tot 2,30 meter stahoogte, in plaats van de gebruikelijke 2,09 meter. De deuren zijn 2,08 meter hoog, waar de standaard rond de 1,95 meter ligt. [2] 
    • De offroad-caravan is 6,70 meter lang en 1,92 meter breed. Belangrijk voordeel is dat hij dezelfde spoorbreedte heeft als een volwassen terreinauto, waardoor hij in diepe modder of in het zand in precies hetzelfde spoor kan rijden. Tijdens het rijden is de caravan 2,12 meter hoog, maar eenmaal op de plaats van bestemming zorgt een hefdak voor voldoende stahoogte. [3] 
    • De woonkamer is 7,8 meter lang en heeft een stahoogte van twee meter. Er zijn vier bedden, een keuken, een toilet met douche en een half overdekt terras aan de achterzijde. De Departure One moet twee dagen zonder elektriciteit of water kunnen functioneren. De caravanboot kan worden betreden via het afgeronde panoramavenster aan de voorzijde, of via de centraal geplaatste scharnierende deur. [4] 
    • Ze moeten een zoete, frisse smaak hebben. Want Nederlanders houden niet van die onooglijke, harde dingen uit Spanje, weet Mark van Aert. Hij teelt zijn aardbeien in grote bakken. Op stahoogte, zodat de ruggen van de plukkers gespaard blijven. En onder een plastic kap tegen zomerse stortbuien. [5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen