stadskind
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stads·kind
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stad en kind met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stadskind | stadskinderen |
verkleinwoord | stadskindje | stadskindjes |
Zelfstandig naamwoord
het stadskind o
- kind dat in een stad is opgegroeid
Gangbaarheid
- Het woord stadskind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stadskind" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be