Nederlands

 
stadsbeeld
Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·beeld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadsbeeld stadsbeelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stadsbeeldo

  1. het uiterlijk van een stad
     Het stadsbeeld zou een turkooizen tijd kennen, een okeren, en dan op een dag zouden we terug zijn bij oranje.[1]
     De waterputten en de pomp waren in gebruik tot het begin van de jaren 30; toen kreeg Ootmarsum een waterleidingnetwerk en waren de waterputten niet meer nodig. Ze werden wel gehandhaafd in het historische stadsbeeld van Ootmarsum. De functie van de waterputten is weliswaar al bijna honderd jaar verdwenen maar de putfeesten, die zijn er nog elk jaar.[2]
     De aanwezigheid van Carlo was wekenlang een vertrouwd stadsbeeld voor veel Enschedeërs. De man wilde lange tijd niet worden geholpen, zo gaf de gemeente twee weken geleden aan. Omdat de Duitser op dat moment niet onmiddellijk een gevaar vormde voor zichzelf en/of anderen, kon de man niet worden gedwongen tot opvang.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron
    Alphons Weierink
    “Jeugdige automobiliste rijdt eeuwenoude historische waterput in Ootmarsum in puin” (29-10-2021), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Teun Staal
    “Ineens heeft de onbekende maar vertrouwde dakloze Carlo hartje Enschede verlaten” (23-12-2021), Tubantia