Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·as
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadsas stadsassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stadsasv / m

  1. centraal in een stad(sdeel) liggende straat of weg

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be