• staats·me·di·um
enkelvoud meervoud
naamwoord staatsmedium staatsmedia
verkleinwoord

het staatsmediumo

  1. (communicatie) een direct door de overheid gestuurd massacommunicatiemiddel
     Een van de redacteuren schrijft ook voor het Russische staatsmedium Sputnik. En NRC onthulde dat op een symposium van de krant onder anderen Aleksandr Malkevitsj sprak. Die was eerder betrokken bij destabilisatiecampagnes in het buitenland, onder andere via het Internet Research Agency, de trollenfabriek in Sint Petersburg die een rol speelde bij inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016.[1]
     In Chinese staatsmedia is verbolgen gereageerd op de aanval. Vooral het vandaliseren van het nationale embleem wordt hoog opgenomen. Het Volksdagblad stelt in een ongewoon sterk commentaar op de voorpagina dat er niet kan worden getornd aan de centrale autoriteit van Peking.[2]
  1.   Weblink bron “Kritiek op coronabeleid wordt steeds vaker huis-aan-huis verspreid” (18-10-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Gerichte aanval met bamboestokken: onrust in Hongkong wordt heviger” (22-07-2019), NOS