• staats·be·gro·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord staatsbegroting staatsbegrotingen
verkleinwoord

de staatsbegrotingv

  1. inschatting van de inkomsten en uitgaven van de landelijke overheid
     Op het Nationaal Volkscongres worden grote beslissingen genomen over wetten en regels in het land. De eerste 40 jaar had het Volkscongres weinig te vertellen, maar recentelijk is de invloed van het parlement toegenomen. Eens per jaar komen ze twee weken samen. Het congres kan de oorlog verklaren, een vredesverdrag sluiten, het economisch beleid goedkeuren en een oordeel vellen over de jaarlijkse staatsbegroting.[2]
     "De inflatie is nog onder controle en de werkloosheid loopt de spuigaten nog niet uit, dus de burger zal niet snel iets merken van de maatregelen. Bovendien zet de Russische regering reservefondsen in om de gaten in de staatsbegroting te vullen."[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Nieuwe Chinese leiders: wat vinden Henk en Ingrid?” (Maandag 5 maart 2012, 17:23), NOS
  3.   Weblink bron “"Sancties om Rusland te treiteren"” (Maandag 28 juli 2014, 10:44), NOS