staat vol
- staat vol
- uit staat (werkwoord) en vol (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
volstaan |
staat (…) vol
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstaan
- Jij staat vol.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstaan
- Hij staat vol.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van volstaan
- Staat vol!
- Het woord 'staat vol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.