• staal·pro·duc·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord staalproductie
verkleinwoord

de staalproductiev

  1. het maken van staal uit erts en/of schroot
     Tata Steel onderhandelt met het Duitse ThyssenKrupp over een samenwerking. In een ingezonden brief in het FD waarschuwt Dezentjé Hamming voor de gevolgen van die gesprekken. "Het is niet ondenkbaar dat de staalproductie of de voor innovatie noodzakelijke R&D (onderzoek en ontwikkeling) van IJmuiden naar Duitsland wordt verplaatst."[2]
     De kolenoverslag bleef stabiel, terwijl bij ertsen en schroot een daling van 2 procent gemeten werd. Dat heeft te maken met het uitblijven van herstel van de Duitse staalproductie en het feit dat de import vanuit China verloopt via Zuid-Europese havens.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Overheid moet ingrijpen bij Tata Steel'” (Vrijdag 2 september 2016, 08:06), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Haven Rotterdam doet het prima dankzij olie” (Donderdag 15 oktober 2015, 12:22), NOS