sproke
- spro·ke
- erfwoord: Middelnederlands sprōke, sprooc ‘gezegde, kort verhaal, gedicht’. Bijvorm van spreuk. Verkleiningsvorm sprookje.[1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sproke | sproken |
verkleinwoord | - | - |
- (letterkunde) korte middeleeuwse verhalen in versvorm met een opvoedende strekking over zeer uiteenlopende onderwerpen
- Zo bevat het boek meer dan vijfhonderd rijmspreuken: middeleeuwse levenswijsheden van het type 'Wildi bliven in u ere, / so staet vaste - het wait zere,' en ruim honderd sproken: korte gedichten over minne, mirakels en moraal. [3]
- Het woord sproke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sproke" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ spreuk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Frits van Oostrom, Wereld in woorden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1300-1400, 4e druk, Amsterdam: Bert Bakker, 2013, p. 11; ISBN 978 90 351 3940 4; geraadpleegd 2019-11-16.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be