sportactiviteit
- Geluid: sportactiviteit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspɔrtɑktiviˌtɛit / (5 lettergrepen)
- sport·ac·ti·vi·teit
- samenstelling van sport zn en activiteit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportactiviteit | sportactiviteiten |
verkleinwoord | - | - |
de sportactiviteit v
- georganiseerde gelegenheid tot lichaamsbeweging als ontspanning
- ▸ Ook de wekelijkse sportactiviteit die voor het twintigste levensjaar plaatsvond, beschermt volwassen vrouwen nog tegen het krijgen van borstkanker.[1]
- georganiseerde wedstrijd als publieksevenement
- ▸ Moeder Marie-Odile Amaury leidt het mediabedrijf Les Editions P. Amaury, met krant en tv-zender L’Equipe. Zoon Jean-Etienne is als president van ASO baas over de lucratieve sportactiviteiten. Met de organisatie van onder meer de Dakar Rally, zeil-, golf- en wielerwedstrijden werd in 2016 een winst geboekt van bijna 46 miljoen euro bij een omzet van 220 miljoen, zo bleek uit vorig jaar uitgelekte cijfers op de website INRNG.[2]
- Het woord sportactiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Sporten reduceert kanker in borsten” (20 januari 2000) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Maarten Scholten“Wie is de baas van het internationale wielrennen?” (21 september 2018) op nrc.nl