Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spo·ro·fyt
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van spore met het achtervoegsel -fyt
enkelvoud meervoud
naamwoord sporofyt sporofyten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sporofytm

  1. (plantkunde) een generatie in de levenscyclus van een eukaryoot organisme dat sporen vormt
Antoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie