spoortracé
  • spoor·tra·cé
enkelvoud meervoud
naamwoord spoortracé spoortracés
verkleinwoord

het spoortracéo

  1. verloop van een (deel van een) spoorweg
     Het resultaat is nu dat de mountainbikeroute met zijn kuilen in het oude spoortracé over dertig meter wordt onderbroken door een stuk spoorlijn. "Dat is genieten voor mountainbikers", meent Herbert Meijerink, uitvoerder van stadsdeel-noord.[1]
     De sierkersen vormen straks een voorjaarsbloesempad tussen het huidige station en de Koersendijk. De bomen staan langs het nieuwe wandelpad, dat ligt op het voormalige (industriële) spoortracé Hellendoorn-Neede, waar ooit treintje Bello reed. De rails en bielzen van deze spoorlijn komen symbolisch terug in pad. Bij het station is een stukje oude rails neergelegd om de herinnering aan deze spoorlijn nog te versterken.[2]
  1.   Weblink bron “Dertig meter Lonneker spoor, dankzij Rudi” (04-12-2007), Tubantia
  2.   Weblink bron “Bloesempad langs oude spoorlijn in Nijverdal” (14-03-2018), Tubantia