Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorlijn spoorlijnen
verkleinwoord spoorlijntje spoorlijntjes

Zelfstandig naamwoord

de spoorlijnv / m

  1. Een spoorweg, spoorbaan of spoorlijn is een weg, bestaande uit één of meer sporen. Een spoor bestaat uit twee evenwijdige stalen staven, spoorstaaf of rail geheten.
    • In België ligt 3518 km spoorlijn met een spoorwijdte van 1435 mm, waarvan 2934 km geëlektrificeerd is. 
     Uren en uren trok ik door het uitgestorven landschap toen ik plotseling een hele tijd moest wachten om een spoorlijn over te steken waar juist een lange goederentrein met een slakkengang langskwam.[1]
     Hardangervidda. De Spoorlijn Bergen. Daar was zijn ingenieursleven begonnen toen hij nog niet meer dan een groentje was en nu tegen het einde van dat beroepsleven was het alsof hij weer opnieuw moest beginnen.[2]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be