spookdiertje
- (IPA in voorbereiding)
- spook·dier·tje
- samenstelling van spook zn en diertje zn
het spookdiertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spookdier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | spookdiertje | spookdiertjes |
het spookdiertje o dim. tant.
- (primaten) zoogdier uit de familie Tarsiidae van zoogdieren uit de orde primaten (Primates). Van deze familie zijn elf soorten beschreven in drie geslachten die op Sulawesi , Sumatra , Borneo en de Filipijnen leven. Er zijn nog enkele soorten waarvan nog geen naam en beschrijving is gepubliceerd. Daarnaast zijn er nog twee soorten uitsluitend als fossiel bekend
- celebesspookdier, celebesspookdieren, dwergspookdier, Filipijns spookdier, noordelijk celebesspookdier, pelengspookdier, sangihespookdier, soendaspookdier, westelijke spookdieren
- Het woord spookdiertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.