spoofing
- spoo·fing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spoofing | spoofings |
verkleinwoord | - | - |
- vorm van bedrog waarbij een oplichter de indruk wekt een vertrouwde organisatie te vertegenwoordigen door valse telefoonnummers of internetadressen te gebruiken
- Het woord spoofing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ spoofing op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Schoof“Elektronische oorlogvoering aan de frontlijn: als een Oekraïense drone plotseling door een Rus wordt bestuurd” (7 juni 2024) op nrc.nl
- ↑ Vincent Sondermeijer“Banken gaan soms toch schade van ‘spoofing’ vergoeden” (18 december 2020) op nrc.nl
spoofing
- onvoltooid deelwoord van spoof
spoofing