• spoo·fen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spoofen
spoofte
gespooft
zwak -t volledig

spoofen

  1. overgankelijk door vervalste internetadressen of telefoonnummers bedrieglijk als bron voorstellen
     De onderzoekers ontdekten ook andere methoden om de locatie van gebruikers te achterhalen. Een van die methoden was door je eigen locatie op drie verschillende posities te spoofen en vervolgens de afstand tot de andere gebruiker te berekenen.[2]
  2. overgankelijk door vervalste gps-signalen op een verkeerde koers brengen
     “Jammen is plagen”, merkte Mohammed, de slimste van het drietal, op. “We moeten spoofen. Ons voordoen als satelliet. Daar komt het GPS-signaal vandaan. Een signaal dat vanaf twintig kilometer hoogte verzonden wordt. Sterk genoeg voor plaatsbepaling, maar zwak genoeg om te overrulen met een nepsatelliet op de grond. Als we de exacte locatie en snelheid van een drone vaststellen, kunnen we het ding alles wijsmaken. Dat Y niet 1000 voet is, maar 100 bijvoorbeeld. Een uitgedacht spervuur aan valse coördinaten kan zelfs dienen als alternatief besturingssysteem. Die software moeten wij schrijven.”[3]
  1. spoofen op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Achterhalen locatie datingappgebruikers was volgens onderzoekers eenvoudig” (2 augustus 2024) op nu.nl  
  3.   Weblink bron
    Steven de Jong
    “Toekomstige vliegtuigkaper is een nerd. Die hackt een Boeing-drone” (12 juli 2012) op nrc.nl