• spon·sor·naam
enkelvoud meervoud
naamwoord sponsornaam sponsornamen
verkleinwoord

de sponsornaamm

  1. de naam van een persoon of organisatie die, in ruil voor publiciteit, iets of iemand financieel ondersteunt
     De Nederlandse wielerploeg Team Roompot heeft een nieuwe partner gevonden. De naam 'Oranje Peloton' prijkt vanaf komend weekend bij de Omloop Het Nieuwsblad als tweede sponsornaam op de outfit van de Nederlandse formatie.[1]
     Flamingo's werd landskampioen in 1968, 1971, 1972 en 1973. Als eerste ploeg met een sponsornaam op het shirt baarden de Haarlemmers opzien. Een van Nederlands beste basketballers, Kees Akerboom, brak op 17-jarige leeftijd door bij de Flamingo's.[2]
     En laten die commerciële ploegen vlak voor de Olympische Spelen in Sotsji wéér in opstand zijn gekomen tegen de KNSB. Inzet van het conflict is onder andere het recht om de sponsornaam op de muts van het schaatspak te mogen bepalen. Of de broers Mulder zich na de succesvolle Spelen druk zullen maken over welke naam er op hun voorhoofd geplakt wordt, valt te betwijfelen.[3]
  1.   Weblink bron “Tweede sponsor wielerploeg Roompot” (26 februari 2015, 09:33), NOS
  2.   Weblink bron “Flamingo's hielp basketbal op gang” (11 mei 2014, 15:59), NOS
  3.   Weblink bron “Mulder vs Mulder: Wie ben ik?” (13 februari 2014, 21:08), NOS