spong

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spong    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spong

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	spong	spongen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spong v / m

1. sponning groef waarin iets sluit

Synoniemen

• gleuf, groef, schuifgleuf

Gangbaarheid

• Het woord spong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spong" herkend door:

46 %	van de Nederlanders;
21 %	van de Vlamingen.