Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spits·alarm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spitsalarm spitsalarmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het spitsalarmo

  1. (verkeer) waarschuwing door de ANWB voor grote drukte en filevorming tijdens de ochtendspits
     In het hele land hadden weggebruikers tijdens de ochtendspits hinder van gladheid door felle sneeuw- en hagelbuien. Voor het eerst deze winter gaf de ANWB een spitsalarm af.[1]
     De ANWB heeft een spitsalarm afgegeven. In de Randstad en het midden van het land wordt regen en (natte) sneeuw verwacht die kan leiden tot ontwrichting van het wegennet.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ochtendspits drukker dan normaal” (Donderdag 9 december 2010, 13:01), NOS
  2.   Weblink bron “ANWB geeft spitsalarm af” (Woensdag 8 december 2010, 22:23), NOS