spiritist
- spi·ri·tist
- afleiding van spiritisme met het achtervoegsel -ist [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spiritist | spiritisten |
verkleinwoord |
de spiritist m
- aanhanger van het spiritisme
- Ik ben opgegroeid in een gezin waarin het paranormale een belangrijke rol vervulde. Mijn opa en oma van vaders kant waren overtuigd spiritist en lid van een spiritistische vereniging (Harmonia) waar met grote regelmaat seances werden gehouden die ook mijn vader op jonge leeftijd al bijwoonde. [3]
- (beroep) iemand paranormale diensten verleent
- Het ligt overigens niet voor de hand dat de veelbesproken spiritist op korte termijn ook dansend op het veld van AZ staat. „John en ik hadden elkaar al lang niet gezien en hij was nu toevallig in de buurt, vandaar dat hij langskwam”, verklaarde Van den Brom zijn bezoek. [4]
1.
- Het woord spiritist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spiritist" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ spiritist op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf NATHALIE KRIEK 29 okt. 2016 Nathalie keerde spiritisme definitief de rug toe
- ↑ De Telegraaf 14 okt. 2017 AZ: ’boost’ door 'tovenaar' Troost?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be