• spek·vre·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord spekvreter spekvreters
verkleinwoord spekvretertje spekvretertjes

de spekvreterm

  1. iemand (bij voorbeeld een vogel) die spek vreet
    • In Zuid-Afrika wordt de naam spekvreters gebruikt voor een inmiddels opgeheven geslacht van vogelsoorten (cercomela). Deze pikten aan het (dierlijke) vet op de assen van de huifkarren van de Voortrekkers