speelt piano
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speelt piano (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspelt piˈjano / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- speelt pi·a·no
Woordherkomst en -opbouw
- uit speelt (werkwoord) en piano (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pianospelen |
speelt (…) piano
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pianospelen
- Jij speelt piano.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pianospelen
- Hij speelt piano.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pianospelen
- Speelt piano!
Gangbaarheid
- Het woord speelt piano staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.