speelt
- speelt
vervoeging van |
---|
spelen |
speelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spelen
- Jij speelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spelen
- Hij speelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spelen
- Speelt!
- ▸ In de pelgrimstochten die ik in het verleden heb gelopen, de boeddhistische 88 Tempels tocht in Japan en de katholieke Camino de Santiago in Spanje, speelt het geloof een belangrijke rol.[1]
- Het woord speelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers