speeldatum

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  speeldatum    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• speel·da·tum

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  speel ww  en  datum 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	speeldatum	speeldata speeldatums
verkleinwoord	speeldatumpje	speeldatumpjes

Zelfstandig naamwoord

de speeldatum m

1. (spel) (sport) (kunst) datum waarop een wedstrijd wordt gespeeld of een stuk wordt opgevoerd.

Gangbaarheid

• Het woord speeldatum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.