specialistisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  specialistisch    (hulp, bestand)
• IPA: /speʃaˈlɪstis/

Woordafbreking

• spe·ci·a·lis·tisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van specialist met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	specialistisch	specialistischer
verbogen	specialistische	specialistischere
partitief	specialistisch	specialistischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

specialistisch

1. als of van een specialist

Afgeleide begrippen

• medisch-specialistisch

Gangbaarheid

• Het woord specialistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.