spaarzegel
- Geluid: spaarzegel (hulp, bestand)
- spaar·ze·gel
- samenstelling van spaar ww en zegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spaarzegel | spaarzegels |
verkleinwoord | spaarzegeltje | spaarzegeltjes |
de spaarzegel m
- een stukje papier met een kleeflaag aan de achterkant (zoals een postzegel dat je krijgt bij aankopen in een winkel en dat je kan plakken op een spaarkaart bij een volle spaarkaart krijg je beloning.
- nederlanders zijn dol op '''spaarzegels'''.
- Het woord spaarzegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spaarzegel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be