de ligging van het souterrain
 
souterrain met tralies voor de ramen
  • sou·ter·rain
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ondergronds bewoonbaar deel van een gebouw’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord souterrain souterrains
verkleinwoord

het souterraino [3]

  1. gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder de grond ligt
    • Ik weet nog dat je de hele dag een soort gerommel hoorde... Invaliden reden rond op zelfgebouwde gelagerde karretjes, maar de wegen waren met kasseien geplaveid. Ze woonden in souterrains en kelders. Ze zopen en lagen in de goot. Ze bedelden. Ze ruilden hun medailles voor wodka. [4] 
    • Samen met een vriendin trok hij in een souterrain hier ter stede, dat werd verhuurd door Bart. Zo was de vriendschap ontstaan. [5] 
    • "Waarom niet", dacht visagiste Xelly Cabau van Kasbergen toen ze zich gisteren opmaakte voor een evenement van de Amsterdamse high-end club Mad Fox in het souterrain van het W-hotel. Xelly was onherkenbaar met haar groene haar, dat volgens de zus van Yolanthe snel weer bruin wordt. [6] 
95 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[7]