Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·lo·show
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soloshow soloshows
verkleinwoord soloshowtje soloshowtjes

Zelfstandig naamwoord

de soloshowm

  1. een (cabaret)voorstelling door één persoon gegeven
    • Toon Hermans was bekend om zijn soloshows maar hij noemde ze onemanshows 
Synoniemen
  1. onemanshow

Gangbaarheid