solistisch
- Geluid: solistisch (hulp, bestand)
- so·lis·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | solistisch | solistischer | |
verbogen | solistische | solistischere | |
partitief | solistisch | solistischers | - |
solistisch [1]
- alleen en zonder overleg handelend (als een solist)
- Het is een valkuil die veel politici uiteindelijk de kop kost. Ze worden onvoorzichtiger, solistischer en uiteindelijk megalomaan. Een wethouder die niet strooit met miljoenen voor prestigieuze projecten waaraan hij zijn naam kan verbinden, heeft bij mij direct een streepje voor. Ik weet zeker dat jij hem ook geweldig vindt. [2]
- Mondriaan ging veel behoedzamer en solistischer te werk dan de dadenmens Van Doesburg, maar hij had het wonderbaarlijke geluk dat zijn abstracte beeldentaal uiteindelijk door tal van experts wereldwijd als het summum van moderniteit in de kunst werd bestempeld, terwijl Van Doesburgs reputatie eerder die van een duizendkunstenaar zonder onmiddellijk herkenbaar gezicht werd.[3]
- Het woord solistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Levander, AnnaMorten De Morten Trilogie deel 1 2014 ISBN 9789021455891 pagina 160
- ↑ Hanssen, LéonDe schepping van een aards paradijs [2015] ISBN 978-90-214-5810-6 pagina 23